ZETDWANG is een belangrijk motief in een (schijnbaar gelijkstaand) eindspel. Het bekendste voorbeeld komt uit een pionneneindspel.
Hoe komt wit nu verder als de zwarte koning blijft staan? Als zwart aan zet is, moet zijn koning wijken en na bijvoorbeeld Kd8 speelt wit Kf7 en zijn pion loopt ongehinderd door.
In de 10e ronde van de interne speelde dit thema ook een rol en leed koploper Rudi de Smit zo zijn eerste nederlaag. Na een grootschalige afruil in zijn partij tegen Kees Dekker ontstond de volgende positie:
Zwart speelde
20. ... Tc8-c5 en lokte daarmee
21. b3-b4 uit. Na
21. ... Tc5xc1
22. Ld2xc1 Ld4-c3
23. a2-a3 Lc3-d4 kan wits loper op c1 moeilijk spelen, omdat hij dan de a-pion verliest na Ld4-b2.
Na enige schermutselingen op de koningsvleugel ontstond na wits 36e zet de interessante stelling:
Met wit aan zet zou zwart eenvoudig winnen (zie verderop), maar nu is zwart aan zet. Een beproefde methode is dan om de loper na drie zetten terug te laten keren op d4. Daartoe volgde
36. ... Ld4-c3
37. Kf3-e3 Lc3-f6
38. Ke3-d3
Ai, de witte koning hoefde niet terug naar f3, dus het moest iets subtieler:
38. ... Lf6-g7
39. Kd3-e3 Lg7-c3
40. Ke3-d3 Lc3-g7 (In tijdnood een overbodige zetherhaling)
41. Kd3-e3 Lg7-f8
42. Ke3-f3 (Na 42 Lb2 Lh6 valt de f-pion) Lf8-h6
Nu is zowel de witte loper als de koning in zetdwang. Er volgde
43. Lc1-d2 Lh6-g7
44. Ld2-e1 (Na 44 Lc1 Ld4 is de diagramstelling bereikt, maar nu met wit aan zet. Hij moet dan weer Ld2 spelen en heeft dan een tempo minder dan in de partij)
44. ... Lg7-b2
45. Le1xh4 Lb2xa3
46. Lh4-e1 La3-c1 en in deze hopeloze stelling (als hij met Lg3 de f-pion dekt, valt na .. Lb2 de b-pion) viel wits vlag.
Het topduel tussen de jeugdspelers Hye Jun en Lenthe werd door eerstgenoemde gewonnen. Pascale hield lang stand tegen jeugdleider Piet Perrels, maar moest uiteindelijk toch de koning omleggen. Vrijdag 24 november speelt het tweede team een thuiswedstrijd tegen Lierse, aanvang 20.00 uur.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten