In de analyse van de partij tussen Wil Boonman (wit) en Richard Riemens uit de 12e ronde kwam een interessante stelling op het bord:
Zwart staat een pion voor en zijn paard is veel sterker dan wits loper, die door zijn eigen pion op d5 in zijn bewegingsvrijheid wordt belemmerd. Bovendien kan wit zijn koning niet activeren, omdat zwart na bijv. g6-g5 alle cruciale velden (e4, e5, f4) beheerst. Zwart staat dus vermoedelijk gewonnen, maar hoe moet hij dat realiseren? De enige route naar voren lijkt over e5 te gaan, maar dat kan wit met zijn koning op d4 eenvoudig verhinderen (Pb3+, Kc3 Pe1?, Lb5 en het paard is gevangen)
Zonder de g en h-pionnen zou zwart met instructieve manoeuvres winnen, bijvoorbeeld met
1. ... Kg7-f6
2. Kg3-f4 Pe5-d3+
3. Kf4-e4 Pd3-e5
4. Lc6-b7 Kf6-g5
5. Lb7-c8 Pe5-g6
6. Lc8-h3 Pg6-e7
7. Lh3-g2 (na Ld7 f5, Kf3 valt pion d5)
7. ... f7-f5+
8. Ke4-e3 f5-f4+
9. Ke3-e4 Pe7-g6
10. Lg2-f3 Pg6-e5
11. Lf3-d1 (de loper kan vrijwel alleen loze zetten doen)
11. ... Pe5-d7
12. Ld1-f3 Pd7-f6+
13. Ke4-d3 Kg5-h4 (niet Pd7, Lh1 Pe5+, Ke2 f3+, Lxf3 Pxf3, Kxf3 Kf5, Ke3 Ke5, Kd2! Kxd5, Kd3 met remise)
14. Kd3-e2 Kh4-g3
15. Lf3-h1 Pf6-h7
16. Lh1-e4 Ph7-g5
17. Le4-h1 f4-f3+
18. Ke2-f1 Pg5-e4
19. Kf1-g1 f3-f2+
20 Kg1-f1 Pe4-d2+, gevolgd door f1D.
Zwart kan dus vanuit de diagramstelling het beste proberen een paar pionnen te ruilen. Dat moet met g6-g5, Kg7-g6 en h7-h5 lukken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten